7
Om de koelkast bij 12V te gebruiken, moet worden gecontroleerd
of het gas is afgezet, waarna de tijdens de installatie aangebrachte
plug(s) en contact(en) op elkaar moeten worden aangesloten en
eventuele schakelaars in het circuit naar de koelkast moeten worden
aangezet.
Opmerking: alvorens de koelkast bij 12V te gebruiken, moet de
koelkast met de inhoud worden voorgekoeld door deze eerst een
paar uur op flessengas te laten werken voordat wordt overgegaan op
12V en men op reis gaat.
6. TEMPERATUURREGELING
Na het in werking stellen van de koelkast duurt het ongeveer een uur
voordat aan de ijslaplank is te zien dat het koelingsproces op gang
is. De gasregelaar (4, fig. 2) heeft vier standen:'Off' (uit) en 3, 2 en 1,
waarmee de drie vlamsoorten worden aangegeven, d.w.z. maximum,
medium en minimum. De hoeveelheid koeling in de koelkast is
afhankelijk van de gebruikte vlamgrootte.
Het is beter om de koelkast in werking te brengen met de regelknop
op de maximum vlamstand (nr. 3). Na ongeveer een uur mag deze
naar de medium (nr. 2) of minimum (nr. 1) stand worden gedraaid om
de voor de omstandigheden meest geschikte koeling te verkrijgen.
Bij warm weer, zware inhoud of het herhaaldelijk openen van de deur,
is meestal de medium of maximum stand nodig, terwijl bij koud weer
de minimum vlamstand gewoonlijk voldoende is.
Vergeet niet om de instelling zo nodig te wijzigen als er een merkbare
verandering in kamertemperatuur of gebruikscondities optreedt.
Wanneer de koelkast op de netvoeding werkt, wordt de temperatuur
door de thermostaat geregeld en moet de thermostaatknop (6, fig. 3)
op stand 3 of 4 worden gezet. Bij algemeen gebruik zal dan de
geschikte temperatuur in de koelkast worden gehandhaafd, maar bij
warm weer, of als meer koeling nodig is, moet de knop op een hogere
stand worden gezet. Voor minder koeling moet de knop naar een
lager cijfer worden gedraaid.
7. HET OPSLAAN VAN VOEDSEL IN DE
KOELKAST
De koelkast wordt geleverd met vier planken van halve diepte. Twee
daarvan kunnen worden gecombineerd om een plank van volle
diepte te maken (waarbij de achterste wordt omgedraaid, zodat het
opstaande randje aan de achterkant komt te zitten), of ze kunnen
apart worden gebruikt op de vier plaatsen die aan de binnenkant van
de koelkast zijn aangegeven, zodat er aan de voorkant ruimte vrij
komt voor flessen.
Om te voorkomen dat het voedsel uitdroogt en de geuren van het ene
voedsel naar het andere worden overgebracht, moeten altijd plastic
zakken of bakken met een deksel worden gebruikt. Wanneer de
caravan wordt getrokken, kunnen verfrommelde stukjes papier
(tijdelijk) tussen de verschillende bakjes worden gestopt om te
voorkomen dat ze te veel heen en weer schuiven.
Zet nooit voedsel dat nog warm is in de koelkast.
Vergeet niet om de transportbeveiliging vast te zetten wanneer de
caravan wordt getrokken (zie hieronder).
8. IJSBLOKJES MAKEN
Vul de ijsla tot niet meer dan 5 mm van de bovenrand met water en
zet de la op de daarvoor bestemde plank in de koelkast. Wanneer het
water in ijs is veranderd, kan de la van de plank worden gehaald door
hem aan één hoek op te tillen.
Wanneer de koelkast op gas werkt, gaat ijsblokjes maken sneller als
de regelknop (4, fig. 2) tijdelijk op de maximum vlamstand (nr. 3)
wordt gezet.
9. TRANSPORTBEVEILIGING
De transportbeveiliging (fig. 4) dient er toe om te voorkomen dat de
deur van de koelkast tijdens het reizen open gaat. Vergeet niet om de
beveiliging zodanig naar beneden te duwen dat het onderste uiteinde
goed in de plastic huls aan de bovenkant van de deur vast zit voordat
u wegrijdt.
10. ONTDOOIEN
Na enige tijd zal zich op en onder de ijslaplank rijp gaan vormen. Het
is beslist een misverstand dat een opeenhoping van rijp voor een
betere koeling zorgt. Integendeel, voor de meest efficiente werking
moet de koelkast regelmatig worden ontdooid, meestal één keer per
week of om de tien dagen, al naar gelang de gebruikscondities.Om
de koelkast te ontdooien, moet het gas worden afgezet, de koelkast
worden geleegd, de ijsla worden verwijderd en de deur worden
opengelaten. De rijp zal smelten en in de opvangbank druppelen.
Wanneer de koelkast volledig is ontdooid, moet de opvangbank
worden verwijderd door hem voorzichtig naar voren te schuiven
en vervolgens worden geleegd. Droog de ijslaplank met een
doek, zet de opvangbank op zijn plaats terug, zet het gas aan en
steek de brander opnieuw aan. Spoel de ijsla af, vul hem met
vers water en zet hem terug op zijn plaats.
Opmerking: Probeer de koelkast niet sneller te ontdooien met
behulp van een electrische kachel of een andere warmtebron,
aangezien de plastic oppervlakken hierdoor kunnen worden
beschadigd.
11. SCHOONMAKEN
Maak de koelkast van tijd tot tijd grondig schoon. Hiervoor moet
het gas worden afgezet, de koelkast worden geleegd en
vervolgens worden ontdooid zoals hierboven is beschreven.
De koelkast en onderdelen kunnen worden schoongemaakt met
een zachte doek die is uitgewrongen in een oplossing van warm
water en dubbelkoolzure soda. Neem de koelkast tenslotte af met
een doek die alleen in warm water is uitgespoeld en droog de
koelkast grondig af. Plastic onderdelen mogen niet worden
gewassen in water dat zo warm is dat u uw hand er niet in kunt
houden en mogen ook niet aan droge hitte worden blootgesteld.
GEBRUIK NOOIT STERKE CHEMICALIEN,
SCHUURMIDDELEN OF HOOGST GEPARFUMEERDE
SCHOONMAAKMIDDELEN OP WELK ONDERDEEL VAN DE
KOELKAST OOK.
Zet de onderdelen terug op hun plaats en steek de brander
opnieuw aan.
12. WANNEER DE KOELKAST NIET IN GEBRUIK IS
Wanneer uw koelkast soms niet in gebruik is, draai dan het gas
uit, of schakel de 12V toevoer uit, al naargelang.
Leeg het kabinet en ontdooi zoals vooraf beschreven. Maak de
koelkast schoon en droog de binnenkant en onderdelen en laat
de deur open, zoniet kan de zuurstof binnenin bedorven raken,
resulterend in een onbehaaglijke geur, die achteraf moeilijk te
verwijderen zou zijn.
13. CONSUMPTIE
Hieronder staat wat ongeveer de gasconsumptie is bij de
verschillende instellingen van de gasregelaar.
GASREGELAAR STAND 1 2 3
Flessengas kg/24heures 0,13 0,17 0,2
ALS DE KOELKAST NIET GOED WERKT
Voordat u een onderhoudsingenieur belt, moet u controleren:
1. of de instructies onder'HET IN WERKING BRENGEN VAN
DE KOELKAST' zijn opgevolgd.
2. of de koelkast op een gelijke ondergrond en dus in geen
enkele richting scheef staat.
3. of het mogelijk is om de koelkast op elke aangesloten
energiebron in werking te brengen.
4. of, als de koelkast niet op gas werkt,
de gasfles niet leeg is
alle gaskleppen open staan.
5. of, als de koelkast niet bij 12V werkt,
de bron van 12V op de koelkast is aangesloten
de zekering van de bron van 12V intact is
de schakelaar van 12V aan staat.
6. of, als de koelkast niet bij 230V werkt,
de bron van 230V op de koelkast is aangesloten
de zekering intact is
de thermostaat niet in de 'off' (uit) stand staat.
Als de koelkast niet koud genoeg is, kan dat komen doordat:
1. de ventilatie onvoldoende is vanwege blokkage van de
ventilatiegleuven door voorwerpen zoals gaas of
winterschermen.
2. de verdamper met rijp is bedekt.
3. de temperatuurregelaar op de verkeerde instelling staat.
4. de gasdruk verkeerd is - controleer de drukregelaar van de
gasfles.
5. de omgevingstemperatuur te hoog is.
6. er te veel voedsel tegelijk is ingeladen.
Comentarios a estos manuales